aan de slag
Pak de bieten in aluminiumfolie in en schuif ze in een oven van 180 graden Celsius. Pof ze ongeveer twee uur en draai ze af en toe: je moet er makkelijk een mes in kunnen steken als ze gaar zijn.
Vul een grote pan met koud water en knijp er een halve citroen in uit. Halveer de kweeperen langs het klokhuis. Snijdt het klokhuis eruit en gooi weg. Hol de vrucht voorzichtig uit met een mesje, je moet ongeveer 1 à 1,5 cm van de schil blijven, maar bewaar het vruchtvlees. Gooi de uitgeholde kweepeer in het citroenwater en herhaal met de rest van de steenvruchten.
Meng alle ingrediënten voor het gehakt met elkaar en houdt apart.
Pureer het vruchtvlees van de kweepeer. Fruit de puree met de rest van de ui, de gemalen kardemom en gember. Giet er een halve liter groentenbouillon bij en kruid met zout en peper. Laat 10 minuten pruttelen.
Vis de peren uit het water en vul ze met het gekruide gehakt. Doe de saus over in een ovenschaal waarin de gehalveerde kweeperen precies naast elkaar passen. Dek af met aluminiumfolie en zet 30 minuten in de oven. Verwijder het folie en bak nog eens 15 minuten tot het gehakt mooi gebruind is en de kweepeer gaar (steek er een mes in op de gaarheid te checken). Zet ondertussen de pan met piepers op.
Haal de ovenschaal uit de oven en dek weer af met aluminiumfolie. De bieten moeten nu ook gaar zijn. Laat ze even afkoelen alvorens hun velletje eraf te wrijven.
Giet de aardappelen af en prak ze samen met de bieten tot een mooie puree. Voeg er eventueel wat melk of opgevangen kookvocht van de aardappelen bij om het wat smeuïger te maken. Kruid goed met zout en vooral peper.
Schep per bord wat bietenpuree op. Maak een kuiltje in de puree en giet er wat saus in. Zet er vervolgens een kweepeer op en garneer met granaatappelpitjes en koriander.
