Als Maarten en ik op vakantie zijn, proberen we altijd nieuwe- of onbekende dingen uit. Zo belandden we begin van de maand -per ongeluk- op een Soirée Gourmande in Hautrives. Met onze neus in de boter! Voor de Mairie stonden lange rijen tafels en banken omringd met kraampjes met verschillende lekkernijen. Het hele dorp liep uit om te genieten van worstjes, paëlla, lasagna, charcuterie, gebakken vis en… cuisses de grenouilles. In mijn beste Frans vroeg ik de dame die het gerechtje verkocht wat het was. ‘Viande avec l’ail et le persil.’ Ok, vlees met knoflook en peterselie. ‘Quelle viande?,’ vroeg ik, want sja, je hebt bijzonder veel verschillende soorten vlees. Ze kon het me niet uitleggen. Toen ik het bakje in mijn handen geschoven kreeg, was het onmiskenbaar. Kikkerbilletjes!
De kievitsbonen (Frans: coco rose) die we later die week op een lokale markt tegenkwamen, moesten natuurlijk óók getest worden. De peul heeft een schitterende roze kleur met witte spikkels. Ook gedopt zien de boontjes er heel gezellig uit en is het duidelijk dat ze zijn vernoemd naar de gespikkelde kievitseieren. Omdat we kamperend waren, hield ik het simpel: knoflook, spek en goede olijfolie.
Kook de gedopte bonen in 15 tot 20 minuten beetgaar in ongezouten water. Net als bij andere peulvruchten, worden de buitenste velletjes stug als je zout toevoegt aan je kookwater.
Zet ondertussen een koekenpan op. Bak de spekjes in een scheutje olijfolie uit, tot ze krokant zijn. Voeg, zodra ze gaar zijn, de bonen en de knoflook toe. Schep alles om en giet er een gulle scheut lekkere olijfolie. Wij aten er entrecôte bij, maar ik denk dat een gebakken visje ook heerlijk is.
