aan de slag
Fruit ui, knoflook en wortel in wat olijfolie.
Voeg linzen, aardappel, kruiden, spek en 1,25 liter water toe en breng de boel aan de kook. Zet het vuur zacht, doe de deksel op de pan en kook de linzen in ongeveer 20-25 minuten gaar. Verwarm ondertussen de oven op 200 graden en bak de bloedworst aan iedere zijde ongeveer 3 minuten.
Leg een stukje gebakken bloedworst op een rauwe coquille en prik vast met een, heel even onder de kraan gehouden, takje tijm. Doe in een ingevet ovenschaaltje.
Vis de tijm, rozemarijn en laurier uit de soep en pureer in een blender of met een staafmixer. Haal de soep door een fijne zeef en druk het vocht erdoor met een houten pollepel. Doe de velouté (de gezeefde soep) in een schone pan en warm zachtjes op. Proef en breng eventueel op smaak met wat zout en peper.
Zet de ovenschaal met de coquilles in 4-5 minuten in de oven, zodat ze nèt gaar zijn.
Schep de soep in voorverwarmde diepe borden en leg er voorzichtig de coquilles in. Druppel wat goede olijfolie over de soep en geniet!