aan de slag
Men begint met het fruiten van het uitje in wat olijfolie. Zodra het zacht is roer je de gort en door heen. Giet er in één keer de bouillon erbij en laat aan de kook komen. Zet dan het vuur zacht en doe een deksel op de pan. Roer zo nu en dan.
Doe de boter in een koekenpan en laat smelten. Snijd ondertussen de venkel zò in plakken dat iedere plak nog een ‘kontje’ heeft. Hieraan zijn de rokken van de knol bevestigd en vallen je plakken dus niet uit elkaar. Verwijder de taaie, harde ‘pijpen’, maar houd het loof of de blaadjes apart. Strooi de suiker bij de boter. Leg de venkel, zodra de suiker is opgelost, in de pan. Doe een deksel op de pan zodat de warmte rondom de venkel blijft circuleren. Bak iedere kant een minuut of 8, de plakken moeten zacht en mooi bruin gekarameliseerd zijn.
De bouillon moet nu opgenomen zijn door de rijst. Brokkel de kaas en roer door de gort. Doe de deksel op pan en laat 2 minuutjes staan. Roer voor opdienen door. Schep op en verdeel de gekarameliseerde venkel en het loof over je gort-risotto. Eet smakelijk!