aan de slag
Extra benodigdheden
- 1 grote pan, waar de schelpdieren in passen, met deksel
- 1 klein pannetje, met deksel
- paellapan, of een grote koekenpan
- aluminiumfolie
Doe schelpdieren, een derde van de tomaten, een kwart van de uien en de peterselie in de grote pan. Er hoeft geen vocht bij. Zet op het vuur en doe de deksel erop. Kook 5 minuten, tot de schelpen open gaan. Zeef het losgekomen vocht en houd apart van de schelpdiertjes.
Fruit in de kleine pan in een klein beetje olijfolie nog een kwart van de uien, voeg daarna een derde van de knoflook, een derde tomaten en een snufje zout toe. Laat 2 minuutjes sudderen en voeg de inktvis toe.
Na 2 minuten schenk je de rode wijn erbij. Laat nog 5 minuten zachtjes koken. Zeef ook hiervan het vocht en doe dit bij het vocht van de schelpdieren. Houd het inktvismengsel apart.
Zout en peper de kip. Bak de kippenpoten in een scheutje olijfolie bruin. Voeg nog een kwart van de uien en een derde van de knoflook toe en bak even mee. Haal de kip uit de pan.
Bruin de resterende ui in de olie waar je de kip in hebt gebakken. Voeg de rest van de tomaten en knoflook toe. Laat pruttelen tot het een soort papje wordt en los de saffraan hierin op. Los een theelepel zout op in 8 koppen heet water. Voeg de rijst, het vocht van de zeedieren en het zoute water aan het saffraanpapje toe.
Doe de inktvisjes en schelpdieren bij de rijst. De rijst moet langzaam koken. Het is belangrijk dat je af en toe de pan schudt, zodat het vocht goed verdeeld blijft en het vuur gelijkmatig is. Als je een grote paellapan op twee pitten gebruikt, moet je de pan dus blijven draaien.
Als de rijst gaar begint te worden kun je de kip en garnalen bij de rijst doen. Dek de pan af met aluminiumfolie, maar vergeet niet de pan te blijven schudden en draaien.
Als de rijst gaar is, knijp je er een halve citroen boven uit. Doe de folie weer over de pan en laat 15 minuten rusten. Ondertussen snijd je de rest van de citroen in schijfjes. Net voor het serveren, decoreer je de paella met reepjes paprika en de citroenschijfjes.